Stemmetje
Columns 20 augustus 2016 0We zitten alweer in de názomer, mensen! Aan het einde van de zomerperiode, met één voet op de drempel van de kleurrijke herfst, lijkt mijn vakantie alweer een eeuwigheid geleden. Vakantiegevoel is te vergelijken met elektriciteit: je kunt het lastig opslaan. Het vloeit, het stroomt. Je moet ervan genieten op het moment dat het er is. Wel mooi dat je erop terug kunt kijken en dat doe ik dan ook. Daar krijg ik ook nieuwe energie van.
Met mijn laptop op schoot scroll ik door de kleurrijke vakantiekiekjes. Het begon allemaal met het inpakken van de auto. “Ik zal toch niets vergeten zijn?”, vraag ik Menno die, nat van het zweet, alle spullen in onze auto heeft weten te proppen. Volgens mij hebben we alles. Er volgt een opsomming van de belangrijkste zaken: tekenspullen, zogenaamde ‘plakpuzzels’ voor in de auto en leesboeken niet te vergeten. En uiteraard de door mij zo geprezen iPad. We hebben er zin in en starten de motor. We doorkruisen het fraaie Sallandse landschap. Tevreden grazende koeien, de IJssel die buiten haar oevers is getreden (en niet meer terug lijkt te willen) en de prachtige, met riet gedekte IJssel-hoeven. We laten Salland (en dus Nederland) achter ons en cruisen richting Italië. We verruilen onze boerderij voor een huis op een heuvel in Toscane. Tussen de olijfbomen en onder de Toscaanse ‘koperen ploert’. Heerlijk!
De tweede week verruilt de familie Uitslag/ Braakman de rustige Toscaanse heuvel voor een levendige, ietwat (te) commerciële camping aan het Gardameer. De kinderen genieten, maar na twee weken van huis te zijn geweest begint ergens binnen in mij een stemmetje te roepen, een gevoel te knagen. Eerst stilletjes, maar na een paar dagen houd ik het niet meer uit. Dat gebeurt me, eerlijk waar, elk jaar weer. Dan begin ik te dromen over de schnitzels van slager Buurman in Twello. Krijg ik visioenen van stamppot andijvie met spekjes. Echt! Dan wil ik mijn wollen trui aan en zie ik aan de binnenkant van mijn ogen een knapperig haardvuurtje in onze huiskamer in Welsum. Dan weet ik het heel zeker: mama wil naar huis! En wel nu! Als we dan na een lange reis Terwolde binnenrijden, beginnen we in de auto allemaal luidkeels te zingen: “We zijn er bijna, we zijn er bijna, maar nog niet helemaal.” Zeg nou eens eerlijk, wat gaat er boven een malse Sallandse schnitzel en thuiskomen aan de IJssel? Niets toch zeker?
0 Reacties