Radijs kump nit good op

Columns 13 april 2018 0

Terug naar de basis. De mini-moestuintjes van een landelijke grootgrutter vinden gretig aftrek. Bij elke 15 euro aan boodschappen krijg je een moestuintje dat je in je in je vensterbank een rustig en vooral zonnig plekje moet geven. Omdat mijn vrouw veel voor zaken op reis is, stuurt ze me dagelijks een app. Midden in de nacht geeft mijn telefoon een nieuwsgierig makend piepje. Half in slaap druk ik op mijn scherm, terwijl ik mezelf mopperend afvraag waarom ik dat rotding niet heb uitgezet. Mijn vrouw – ze is in Australië – kent ondanks de 12 uur tijdsverschil geen pardon: “Schat, denk je eraan de moestuintjes water te geven?” De hele wereld staat in brand! Aanslagen, banken en bonussen, hongersnood, maar zij komt niet verder dan ‘Schat, de moestuintjes!’ “Vooral het radijsje moet extra water.”

Moestuintjes? Ik moet ze niet. Dat heb ik van mijn vader. Ieder voorjaar, bij de eerste zonnestralen, stond de ‘bats’ voor hem klaar. De ‘greuntehof’ kreeg zoveel stalmest dat, als een boer het nu zou doen, hij voor een milieudelict zou worden gearresteerd. Pa spitte de tuin om en dan volgde de constructie van een welhaast onder architectuur gebouwde stellage. Tegenwoordig zou je er een bouwvergunning voor moeten hebben. Na het poten moesten de snij- en sperziebonen deze stokken als klimgeiten beklimmen. “Hoof ie ok nit te bukk’n bie’t plukk’n”, lachte mijn opa.

De aardappelen gingen de grond in, zaad van wortelen en sla gezaaid. Het zaad van de radijs kreeg een bijzondere plek aan de rand van de moestuin. Mijn vader heeft, net als ik, een gruwelijke hekel aan deze scherpe en smaakvernietigende knol. “Knoll’n bint veur de beeste”, was en is zijn credo.

Op het moment dat de eigenwijze knol zijn best deed om zijn loof ook maar iets boven de grond uit te steken, ging mijn vader tijdens het onkruid spuiten ook even naar de radijsjeshoek. Ze kregen zonder pardon een straaltje mee. Mijn moeder klaagde elk jaar: “De radijs kump nit good op”. Schouderophalend zeiden pa en ik dan dat het misschien aan het weer, de mest of slecht zaad lag.

In mijn vensterbank is in het kleine moestuintje de radijs ook overleden. Ik heb mijn echtgenote geappt: Radijs kump nit good op. Woarschienlijk slech zoad, moar ik hoole wal van oe”.

Gert-Jan Oplaat

In de column ’t Naobertje, genoemd naar het likeurtje van Naober, laat Gert-Jan Oplaat zijn licht schijnen over vrolijke, oostelijke zaken. Gert-Jan uit Markelo is van vele markten thuis: zanger, bestuurder, verhalenverteller, Twentenaar, schrijver, folklorist, etc.

Plaats een reactie

0 Reacties