Klompenpad - Het Rijnstrangenpad in Zevenaar

Wandelen 20 maart 2024 0

Ontdek het mooie buitengebied van Aerdt, Pannerden en Oud-Zevenaar. Wandelen door ruig rivierenlandschap met uiterwaarden en rabatten, over dijken, via twee trekpontjes, langs een gemaal en oude verdedigingswerken. Klompen aan, rugzak op en gaan!

Oud processiepad
De Sint-Martinuskerk staat op een uitstulping van de dijk aangezien de kerk diende als toevluchtsoord bij dijkdoorbraken. Oud-Zevenaar was vroeger Pruisisch en de parochie heeft destijds het recht verworven om op de openbare weg een sacramentsprocessie te houden. In vroegere jaren werd het pad rondom de Sint-Martinuskerk gebruikt voor deze sacramentsprocessie voorafgaande aan de jaarlijkse kermis. Achter het grafmonument bij de kerk staat een treures die kort na de ingebruikname van de grafkelder is geplant. Deze monumentale boom is de oudste treures van Nederland.

Bevers
1826 was het laatste jaar waarin er nog bevers in ons land voorkwamen. Sinds 1988 zijn bevers weer in Nederland, uitgezet in onder andere de Gelderse Poort. Het aantal bevers groeit sindsdien. Overdag laten deze knaagdieren zich niet vaak zien, maar let op hun sporen zoals omgeknaagde bomen, afgeknaagde takken en geulen richting het water. Bevers wonen met hun gezin in een burcht bestaande uit twee kamers. De ingang zit onder de waterspiegel zodat natuurlijke vijanden hen niet makkelijk kunnen bereiken. Met twee grote voortanden, die altijd aangroeien, kunnen bevers flinke bomen omknagen. De bast van de takken vormt, met name in de wintermaanden, de basis voor hun voedsel.

  • Afwisselende landschappen tijdens de routeAfwisselende landschappen tijdens de route

Veranderend landschap
Na jaren van voorbereiding is Stichting Twickel in 2003 begonnen met de ontkleiing van voormalige landbouwgronden. Hierdoor is een gevarieerd gebied ontstaan, dat inmiddels is uitgegroeid tot een waardevol natuurgebied, dat extensief beweid wordt zodat het open blijft. De doelstelling is rietmoeras, waarbij de inrichting is gericht op herstel van enkele kwetsbare rietmoerasvogels, zoals de roerdomp en de grote karekiet. Ook veel overwinterende en doortrekkende vogels rusten en foerageren hier.

Mauritswerken
In de ward, de uiterwaarden tussen Oud-Zevenaar, Ooy en de Oude Rijn, hebben de Mauritswerken gelegen, verdedigingswerken uit de Tachtigjarige Oorlog. In 1592 en 1602 legerde prins Maurits zijn manschappen op deze plek in de Gelderse Waard. De werken bestonden uit retranchementen met bastions en sterrenschansen, voorzien van grachten. Hiermee beschermde Maurits zijn oversteekplaats over de Oude Rijn bestaande uit een schipbrug. De Mauritswerken lagen dicht bij de kerk van Oud-Zevenaar. De grond rondom de kerk werd afgegraven om voldoende aarde te hebben voor het veldwerk. De kerk werd als paardenstal ingericht en het houten meubilair uit de kerk meegenomen om in de schansen te verwerken. Zelfs de doden op de begraafplaats werd geen rust gegund. Zo schijnt het dat de pas gedolven graven werden geopend, de kisten opgegraven en de lijken in een gat geworpen om de doodskisten als schildwachthuisjes te kunnen gebruiken.

Ganzen
In het zuidelijke deel van de route is de Eendenpoelsche Buitenpolder de moeite waard. In de winter vertoeven hier duizenden ganzen. We zien er soorten als de kolgans, de rietgans, de grauwe gans en soms een verdwaalde nijlgans.

Gemaal Oude Rijn
Het gemaal Oude Rijn in Pannerden werd in 1884 in gebruik genomen. Het gemaal moest een einde maken aan de wateroverlast in de Driedorpenpolder tussen Herwen, Aerdt en Pannerden. Het gemaal raakte in onbruik toen in 1970 het dieselgemaal Kandia het werk overnam. In 2016 is het gemaal gerestaureerd en heeft een mooie herbestemming gekregen. Het terrein biedt nu plaats aan een museum, een gast-atelier en horeca. Het oude pompenhuis van het gemaal is vrij toegankelijk als industrieel erfgoed museum. Daar zijn de oude pompen met aandrijfriemen en elektromotoren te bekijken.

  • De Berghoofdse veerDe Berghoofdse veer

Berghoofdse veer
De naam van het veer, ‘Bergse Hoofd’, is ontstaan uit het veerrecht dat oorspronkelijk tot de Heerlijkheid Bergh behoorde. Het Berghoofdse veer was een trekveer over de Oude Rijn tussen Pannerden en Zevenaar. Het veer stamt uit de tijd van voor 1700 en bleef tot 1972 in bedrijf. De veerbaas en later de veerpontgebruikers zelf trokken de veerpont handmatig, met een trekklos, via een touw naar de overkant. Bij het trekpontje stond aan de Pannerdense kant een hut. Deze hut was het verblijf van de legendarische Doris, die tot en met de Tweede Wereldoorlog het trekpontje bediende. Binnen in de hut stond een houten bed, een potkacheltje met daarboven een schoorsteen. Daarnaast stond ‘het natje en het droogje’.

Zwarte stern
In de Rosandse Polder bevindt zich een broedkolonie van de zwarte stern (zie voorkant folder). Deze luchtacrobaat komt eind april vanuit West-Afrika naar Nederland, een afstand van 4.500 kilometer. Bij gebrek aan natuurlijke nestgelegenheid, moerasvegetatie zoals krabbenscheer, plaatst Staatsbosbeheer in het Rijnstrangengebied kunstmatige nestvlotjes. De zwarte stern broedt in mei en juni op twee tot drie eieren. Zwarte sterns eten kleine visjes, amfi bieën, insecten en regenwormen. Het aantal broedparen is in de jaren zestig drastisch afgenomen. De zwarte stern staat op de Rode Lijst. Eind augustus, begin september verzamelen de sterns zich rondom het IJsselmeer om weer naar Afrika te vliegen.

Bloesem, bessen en stekels
De eerste witte bloeiende struik in het voorjaar is de sleedoorn. De sleedoorn bloeit op het kale hout, waaraan de bekende worstenpinnen (de scherpe naalden) zitten. Er groeien blauwe bessen aan, die pas na de vorst eetbaar zijn. De meidoorn bloeit na de sleedoorn met prachtige witte bloemen en heeft stekels aan de takken. De meidoorn werd in het verleden vooral gebruikt als afscheiding van de weiden. Een typische boom in het rivierenlandschap is de knotwilg. Aanvankelijk geplant als beschutting tegen de wind, begeleider van een sloot of weg in het boerenlandschap werden de wilgentenen voor allerlei doeleinden gebruikt. Tegenwoordig knotten vrijwilligers de knotwilgen eens in de vijf tot zeven jaar om ze voor het landschapsbeeld te behouden. De gewone vlier is tijdens de wandeling veel te zien. De struik bloeit in mei en juni en geeft vruchten in september. Vlierbloesem is heerlijk om thee of ranja van te maken. De bessen lenen zich uitstekend voor jam en likeur. Spreeuwen zijn ook dol op de bessen.

De Wejenward
De Wejenward is een uiterwaard waar wilgen groeien. De Wejenward, ook wel het Teenhoutgat of Pestbosje genoemd, is ontstaan door afgraven. De afgegraven grond werd gebruikt om de dijk op te hogen. Wilgenknotten werden in de herfst met een sikkel van hun ‘wejen’ ontdaan. Een wee is een wilgenteen. De wejen moesten vochtig blijven en werden daarom in bossen gebonden en in het water gelegd tot ze nodig waren voor gebruik. Manden van wilgentenen werden veel gebruikt voor voederbieten, in deze streek sukerru:ve genaamd, en voor vervoer van eieren. Kleinere mandjes werden gebruikt in de keuken (schilmandje). Manden gemaakt van geschilde wejen (dus wit van kleur) waren duurder. Tot begin jaren vijftig van de vorige eeuw werden hier nog wejen gesneden.

Rabattenbosje
Rabatten zijn langwerpige ophogingen gelegen tussen greppels. Met de grond uit de greppels wordt de rabat verhoogd, waarna er bomen op geplant worden. Rabattenbosjes werden vaak aangelegd in streken met een slechte afwatering. In 2013 is in Oud-Zevenaar begonnen met het opknappen van het toen wat rommelig ogende rabattenbosje. Greppels waren dichtgeslibd en later dichtgegroeid met hoog opgaande wilgen en populieren. Vandaag de dag zijn greppels uitgegraven, is er veel gekapt of teruggesnoeid en zijn de oorspronkelijke rabatten en greppels weer duidelijk zichtbaar.

Teksten aangeleverd door: SLG

Klompenpaden

Inmiddels zijn er maar liefst 143 klompenpaden. Er zijn er een paar in Utrecht, maar de meeste liggen in Gelderland. Dit maakt klompenpaden een echt Gelders fenomeen. De paden lopen over boerenerven, door prachtige natuur en langs historische plekken.

Presentator Klaas Drupsteen ontdekt in het programma Klaas op Klompen de klompenpaden van Gelderland. Onder het genot van de prachtige natuur van onze provincie praat hij met voorbijgangers en bewondert hij de hoogtepunten die hij op zijn pad tegenkomt.

Klaas op Klompen is iedere zondag vanaf 17.15 uur te zien op TV Gelderland.

Plaats een reactie

0 Reacties