Gymnasiasten Groenlo glimmen met oudste gedicht

Gymnasiasten van het Marianum in Groenlo schitteren met een lied over het oudste gedicht van Nederlandse bodem. Zij treden 12 november om 14 uur op in de kerk van Gelselaar bij de presentatie van het prachtige boek Van de zwaluw.

Een groep van zeventien 5e jaars vertaalde het werk uit het Latijn en staken het in een modern jasje. De jonge talenten zingen het lied op de muziek van Pumped Up Kicks, in de uitvoering van Foster the People. Een korte film hiervan gaat zaterdag 12 november om 14 uur in de kerk van Gelselaar in première. Hun docent Ronald Blankenborg licht in het filmpje het ontstaan van dit idee toe.

Aanmelden
Een onderdeel van de feestelijke voorpresentatie is het optreden van troubadour Hans Keuper. Aanmelden graag via poeziegelselaar@gmail.com Belangstellenden kunnen ook via de site van de Stichting Portfolio volop meegenieten via een livestream.

Vertaal
Het festijn in de Gelselaarse kerk biedt een voorproefje van het vertaalproject, dat eeuwen omspant en vertalingen bundelt in het Nederlands, Duits en Nedersaksisch. Naast poëzie, kunst en kunstzinnige foto’s biedt het boek een reeks aantrekkelijke artikelen.

Poëzie
Zwaluw was het thema vorig jaar bij het Poëziefestival Gelselaar. Ontdekt werd toen dat deze vogel al voorkwam in een zeer oud gedicht: het in het Latijn geschreven De Hirundine (Over de zwaluw) van bisschop Radboud van Utrecht. Hij was nauw verbonden met Oost-Nederland. Na meer dan duizend jaar inspireerde het gedicht tot een serie vertalingen.

Middeleeuwen
Classicus Veenman schreef in jaargang 2005 van Madoc, tijdschrift over de Middeleeuwen, over Hebban olla vogala: “Het mogen dan de oudste dichtregels in de Nederlandse taal zijn, het is niet het oudste Nederlandse gedicht.” Hij wees hierbij op het amper bekende Over de zwaluw van Radboud van Utrecht. Radboud werd geboren omstreeks het midden van de 9de eeuw, in de buurt van Namen. Radboud resideerde als bisschop niet in Utrecht, dat door de Vikingen was verwoest, maar in Deventer. Hij overleed in Ootmarsum op 29 november 917 en werd begraven in Deventer. De universiteit in Nijmegen is naar hem genoemd.